Het geluidsniveau wordt uitgedrukt in decibels. De decibel wordt gebruikt om de geluidsintensiteit te meten. Het meten van decibels verloopt volgens een logaritmische schaal. Dit betekent dat een dampkap die 20 decibels produceert dubbel zo luid is als een dampkap die 10 decibels produceert. Misschien dat u deze schaalindeling het best vergelijkt met de volumeknop van een radio. Stand twee zal niet dubbel zo luid zijn als stand 1. U kijkt dus best even na wat het geluidsniveau van de gewenste dampkap bedraagt.
Een zeer belangrijk punt inzake de keuze van de dampkap is het geluidsniveau van de dampkap. Het moet gezegd dat het geluid dat de dampkap produceert niet enkel afhankelijk is van de dampkap zelf, maar tevens van de installatie van de dampkap. Eenzelfde dampkap kan zowel stil als lawaaierig zijn afhankelijk of de dampkap volgens de regels of niet werd geïnstalleerd. De fabrikanten van dampkappen geven daarom vaak een beoordeling inzake geproduceerd geluid in hun catalogi weer.
Om geluid te meten worden verschillende normen gehanteerd die niet zomaar via een eenvoudig regeltje in mekaar omgerekend kunnen worden. Een eenduidige manier voor het meten van geluid is er niet daar geluid een subjectief gegeven is: voor de een is een bepaald geluid storend, voor een ander dan weer niet. …
De meest gebruikte normen voor het meten van het geluidsniveau van een dampkap zijn:
dB(A)
Hier onderscheidt men enerzijds geluidsdruk (afhankelijk van de plaats waarop men zich bevindt t.o.v. de geluidsbron) en het geluidsvermogen (eigen aan de geluidsbron). Algemeen wordt een geluidsdruk LA90 van maximaal 45 dB(A) als niet storend aangenomen. Een geluidsdruk LA90 boven 60 dB(A) dient te worden vermeden. Het geluidsvermogen is, zoals gesteld, eigen aan de geluidsbron, en bovendien onafhankelijk van de plaats van de toehoorder. Met andere woorden, de bekomen waarde is onafhankelijk van het feit of ik me dicht of ver van de dampkap bevind.
Het verschil tussen geluidsdruk en geluidsvermogen kan men vergelijken met de begrippen temperatuur en vermogen: heb ik een verwarmingsweerstand van 2000 Watt, dan is die 2000 Watt of ik me nu vlakbij bevind of veraf (cf. geluidsvermogen). Wat de temperatuur betreft: bevind ik me vlakbij dan zal ik een hoge temperatuur voelen, sta ik verderaf een lagere (cf. Geluidsdruk).
Indien een fabrikant het geluidsniveau van een dampkap weergeeft in dB(A) dan dient hij er tegelijk bij te vermelden of hij geluidsdruk bedoelde dan wel geluidsvermogen. In het geval het om geluidsdruk gaat, dient men er bovendien bij te vermelden op welke afstand men de geluidsdruk heeft gemeten.
Spijtig genoeg houden vele fabrikanten zich niet aan de spelregels en plakken zij een geluidswaarde op hun dampkap met de eenheid dB(A) die niets zegt zonder de hierboven vermelde extra informatie. Toch kan gesteld worden dat een declaratie van geluidsniveau met eenheid dB(A) voor een dampkap meestal geluidsdruk betreft, gemeten op een afstand van 1 meter.
dB(A) (re 1 pW)
Dit is een Europese norm voor het meten van geluidsniveaus van elektrotoestellen waarbij het te beoordelen toestel in een volgens de norm voorgeschreven modelconfiguratie wordt opgesteld en onder bepaalde vastgelegde gebruiksvoorwaarden inzake geluidsniveau wordt beoordeeld. …
De waarde die hierbij wordt bekomen is het geluidsvermogen van de dampkap volgens deze vastgelegde methodiek. Het geluidsvermogen volgens dB(A) (re 1 pW) is niet vergelijkbaar met het geluidsvermogen gemeten volgens de klassieke dB(A) en zeker niet met geluidsdruk.
Let er dus steeds op dat u de klassieke dB(A) nooit vergelijkt met de dB(A) (re 1 pW)! Voor eenzelfde geluidsniveau liggen de dB(A)-waarden namelijk aanzienlijk lager dan die van dB(A) (re 1 pW). Een vuistregel stelt dat een dB(A)-waarde doorgaans 12 Ã 14 eenheden lager ligt dan de dB(A) (re 1 pW) voor eenzelfde geluidsniveau.
Maar de cataloguswaarde inzake geluidsniveau alleen zegt niet alles. Het geluidsniveau van de dampkap zal hoofdzakelijk worden bepaald door de installatie. Het beschikbaar zijn vaan toevoerlucht, het gekozen soort afvoerbuis, de lengte van het afvoersysteem, het aantal bochten, de diameter van de afvoerbuizen,… zijn bepalend of een dampkap al dan niet luidruchtig werkt. Een dampkap in recyclagemodus zal doorgaans iets minder geruisarm zijn, een dampkap met externe motor is dan weer iets stiller – als aan de randvoorwaarden is voldaan.
Voor dampkappen met externe motor bestaan er zogenaamde “geluidsdempers”. Dit is een stuk afvoerbuis, doorgaans ongeveer 1 meter lang, met extra akoestische isolatie omgeven. Deze geluidsdemper verhindert dat de trillingen van de extern geplaatste motor via de dampkap de keukenruimte bereiken.